Hoe werken de nationale ranglijsten?
Tijdens wedstrijden die onder auspiciën van de NSkiV georganiseerd worden zijn de zogenaamde NSkiV punten te verdienen. Het NSkiV puntensysteem is vergelijkbaar met het het F.I.S. puntensysteem van de internationale ski federatie waarbij de beste skiër op 0 punten staat. Hoe minder punten, hoe beter. Op basis van de NSkiV punten een drietal nationale ranglijsten bijgehouden:
- Baan
- Slalom sneeuw
- Reuzenslalom sneeuw
Voor de ranglijsten Slalom sneeuw en Reuzenslalom sneeuw worden aparte ranglijsten gepubliceerd voor jeugd en senioren. De punten van de jeugd en senioren skiërs zijn echter onderling vergelijkbaar.
Hoe worden de NSkiV punten tijdens iedere wedstrijd berekend?
Het wedstrijdresultaat is de som van twee delen:
NSkiV punten(per wedstrijd) = renpunten+wedstrijdtoeslag.
De renpunten worden berekend door het percentage achterstand t.o.v. de winnaar te vermenigvuldigen met een factor. Deze factor verschilt per onderdeel Slalom en Reuzenslalom en wordt ieder jaar overgenomen van de internationale ski federatie F.I.S. De factor dient ervoor dat de punten van een skiër op slalom en reuzenslalom te vergelijken zijn. Op een reuzenslalom zijn de tijdsverschillen procentueel meestal kleiner dan op een slalom. De factor dient om dit verschil te corrigeren.
De renpunten geven slechts de mate van achterstand aan, maar zeggen niet hoe snel de winnaar was ten opzichte van de nummer 1 van de ranglijst. De toeslag doet dit wel. De toeslag geeft aan hoe sterk de wedstrijd bezet was en hoeveel voorsprong de winnaar op de rest had. De toeslag wordt berekend door een berekening gebaseerd op de punten van de beste skiërs aan start en de renpunten(achterstand) van deze skiërs op de snelste van hun geslacht. Per geslacht wordt altijd een aparte toeslag berekend.
De renpunten en de wedstrijd toeslag voor een skiër bij elkaar opgeteld geeft het wedstrijdresultaat voor deze skiër. De snelste dame en heer hebben geen achterstand en dus zijn hun renpunten 0,00. De wedstrijdtoeslag is dus ook gelijk het wedstrijdresultaat van de winnaar per geslacht.
Voor de exacte berekening van renpunten en toeslag zie het reglement alpine wedstrijden. Hoofdstuk 8 bladzijde 63.
Hoeveel ranglijsten komen er per jaar uit?
Jaarlijks wordt er drie keer een ranglijst uitgebracht: Aan het begin van het seizoen(lijst 1), halverwege het seizoen in januari (lijst 2) en na afloop van de laatste wedstrijd van het seizoen (lijst 3)
Hoe worden de ranglijsten opgesteld?
De stand op lijst 1 wordt bepaald door de stand op lijst 3. Voor de baan ranglijst wordt de lijst gecorrigeerd naar 0.
Voorbeeld correctie naar 0: Skier A heeft 20 en -10 als beste resultaten op verschillende banen, zijn stand op lijst 3 wordt 5 punten. Skier A heeft het beste gemiddelde van alle skiërs en wordt lijstaanvoerder. Skier B heeft 20 en 40 geskied. Zijn stand op lijst 3 wordt 30. Op de beginlijst van het volgende seizoen wordt de lijstaanvoerder weer op 0 gezet. Skiër A komt nu op 0 punten te staan. Ook de punten van alle andere skiërs worden hierop gecorrigeerd. Skier B komt op 25 punten te staan.
De stand op lijst 2 wordt bepaald door de meest gunstige van de onderstaande opties:
- Het gemiddelde van de beste twee wedstrijdresultaten van periode 1 op het betreffende onderdeel.
- De stand op lijst 1 op het betreffende onderdeel.
- De F.I.S. punten op het betreffende onderdeel.(niet voor ranglijst baan).
- Het beste resultaat uit periode 1 op het betreffende onderdeel vermenigvuldigd met 20%.(niet voor ranglijst baan).
Je kunt op lijst 2 niet qua punten achteruitgaan, wel verbeteren.
De stand op lijst 3 wordt bepaald door de meest gunstige van de onderstaande opties:
- Het gemiddelde van de beste twee wedstrijdresultaten in het seizoen op het betreffende onderdeel (baan, slalom, reuzenslalom).Voor de baanranglijst geldt dat de twee beste resultaten moeten zijn behaald op verschillende banen.
- De stand op lijst 1 van het vorige seizoen op het betreffende onderdeel vermenigvuldigd met 20%.(Met een minimum van 10 punten voor de sneeuwranglijsten).
- Het beste wedstrijdresultaat in het seizoen op het betreffende onderdeel vermenigvuldigd met 20% (niet voor ranglijst baan).
- De F.I.S. punten op het betreffende onderdeel. (niet voor ranglijst baan).
Maakt het voor de NSkIV punten uit hoeveelste ik op een wedstrijd ben geworden?
Nee. Het gaat voor de NSkiV punten puur om de tijdsachterstand op de snelste per geslacht en om het niveau van de wedstrijd.
Waarom staat de nummer 1 van de baanranglijst op 0,00 punten en van de sneeuwranglijsten op hoger puntenaantal?
Op de baanranglijst staat de beste baanskiër van Nederland op 0,00 punten. Op de sneeuwranglijsten staat de beste sneeuwskiër op zijn of haar F.I.S wereldranglijst punten op dit onderdeel. De punten op de sneeuwranglijst vormen op deze manier een vergelijk met de beste skiërs van de wereld in plaats van alleen met de beste skiërs van Nederland. Voor de baanranglijst is een dergelijk vergelijk niet mogelijk aangezien er hiervoor geen internationale ranglijst bestaat. Op de nationale sneeuwranglijst kan een skiër niet slechter komen te staan dan zijn/haar F.I.S. punten op de betreffende discipline, wel beter. Op basis van resultaten behaald op NSkIV wedstrijden kun je niet beter komen te staan dan de FIS punten van de beste NSkiV Licentiehouder.
Voorbeeld: De beste NSkiV licentiehouder op de slalom F.I.S ranglijst staat op 20 punten. Deze(of een andere) licentiehouder skiet 2x 10 punten op een Nederlandse wedstrijd. De stand op de nationale ranglijst voor de volgende periode zou normaal gesproken voor de skiër uit het voorbeeld 10 punten zijn(gemiddelde van 2x 10), echter vanwege bovengenoemde regel zal zijn/haar stand 20 punten bedragen.
Kan ik aan de hand van de NSkiV sneeuwpunten voorspellen hoeveel FIS punten ik kan skiën?
Ongeveer. De berekening van de NSkiV sneeuwpunten is zo opgezet dat deze vergelijking zo nauwkeurig mogelijk is. Om deze reden wordt op pistes die niet aan FIS normen voldoen een extra getal bij de wedstrijdtoeslag opgeteld. Voor details over de extra piste toeslag zie Reglement Alpine wedstrijden artikel 3.4 blz 10. Echter 100% voorspelling is niet mogelijk. Onder meer door de vaak hogere startnummers en uitgesleten piste op FIS wedstrijden.